Veel onroerend goed in Wallonië zijn stedenbouwkundig in overtreding. Dat komt er veelal op neer dat zij geen (geheel of gedeeltelijk) officiële (bouw)vergunning hebben. In het verleden, en nog steeds, is het een heel gedoe met veelal juridische procedures om voor een onroerend goed alsnog een vergunning te krijgen. Op veel gemeentehuizen in Wallonië ontbreekt het vaak aan onvoldoende juridische kennis. Ook sinds het Waals Parlement het amnestiedecreet goedkeurde is er nog een moeilijke weg te gaan.
Wat houdt het amnestiedecreet in
Het amnestiedecreet zou kortweg in (moeten) houden dat onroerend goed van voor 1 maart 1998 en stedenbouwkundig in overtreding geregulariseerd wordt, anders gezegd gratie wordt verleend in verband met de stedenbouwkundige voorschriften.
Rechtbank beslist over wel of niet amnestie
De rechtbank beslist of het onroerend goed aan de voorwaarden van het amnestiedecreet voldoet. En omdat de rechtbank daarover beslist is er eigenlijk niets veranderd. Hiervoor is dienaangaande nodig een zogenaamde ‘’kracht van gewijzigde rechterlijke beslissing’’. Dus blijft de onzekerheid voorlopig nog alom bestaan.
Gemeenten (nog) buitenspel in amnestiedecreet
Een schriftelijke bevestiging van de gemeente waarin vermeld dat er amnestie is verleend is niet voldoende. Die beslissing is inderdaad niet bindend voor de gewestelijke ambtenaar die de overtreding nog strafrechtelijk kan vervolgen.
Amnestie of een regularisatieaanvraag
Buiten dus een beslissing van de rechtbank is de enige manier om zekerheid te krijgen een regularisatieaanvraag in te dienen.
De positie van de ‘’overtreder’’ in die procedure (regularisatievergunning) is minder voordelig dan in een strafrechtelijk procedure voor wat betreft de bewijslast.
Bewijslast amnestie versus regularisatie
Bij een administratieve regularisatieaanvraag moet de aanvrager bewijzen dat het aan de voorwaarden van het amnestiedecreet voldoet. Dit kan bijvoorbeeld door de datum van oprichting van het goed aan te tonen.
Bij een strafrechtelijke procedure moet het Openbaar Ministerie de overtreding bewijzen en dus ook waarom geen amnestie aan het goed werd verleend.
Gautier Beaujean