Heeft men een stedenbouwkundige vergunning nodig om een of meerdere nieuwe woningen in te richten in een bestaande woning in het Waals Gewest?
Ingevolge artikel 84, §1, 6°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium (WWROSP of CWATUPE in het Frans) heeft men een stedenbouwkundige vergunning nodig om “een nieuwe woning in een bestaand bouwwerk in te richten”.
Het toekomstige ‘Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling’ (of CODT in het Frans) behoudt die verplichting in zijn artikel D.IV.4, al. 1, 6°. Alinea 2 van voorgemeld wetboek verduidelijkt bovendien dat de nieuwe woning bestaat uit een nieuw geheel, samengesteld uit een of meerdere ruimtes, die ten minste aan de basisfuncties van een woning beantwoorden, namelijk keuken, badkamer, toilet, kamer die wordt gebruikt als gewone verblijfplaats of studentenkamer en volledig of deels wordt voorbehouden voor het privé- en exclusieve gebruik van een of meerdere personen die samenwonen. Indien de bewoner één enkele kamer als studentenkamer wil inrichten, is daarvoor dus geen vergunning vereist.
Vóór 1994 werd er echter geen stedenbouwkundige vergunning vereist om een of meerdere nieuwe woningen in te richten in een bestaande woning, op voorwaarde dat die verbouwing geen schade toebracht aan de dragende structuren en het opgebouwde volume niet wijzigde.
Voorafgaand aan de inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1994 luidde artikel 192 van het WWROSP, waarin de handelingen en werken werden opgelijst die vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning,immersals volgt:
“De verbouwingswerken binnen in het gebouw en de werken voor de geschiktmaking van de lokalen – met inbegrip van de overeenkomstige uitrusting met sanitaire, elektrische, verwarmings- of verluchtingsinstallaties, voor zover ze de draagstructuren van het gebouw niet veranderen en ze noch de wijziging van de bestemming van dit gebouw, noch de wijziging van het opgebouwde volume, noch de wijziging van het architectonische karakter vergen”.
In het kader van de regularisatie van de indeling van een gebouw in een of meerdere woningen, dient men bijgevolg na te gaan of die woningen al dan niet werden ingericht voorafgaand aan de inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1994.
Indien dat het geval is, wordt er in principe geen enkele stedenbouwkundige vergunning vereist indien de handelingen en werken die hebben geleid tot de inrichting van een nieuwe woning geen schade hebben toegebracht aan de dragende structuren van het gebouw, noch het opgebouwde volume wijzigen.
In het andere geval dient er een regulariserende stedenbouwkundige vergunning te worden aangevraagd.