Hoe kan men de bouwdatum van een onroerend goed aantonen?
In het stedenbouwkundig recht heeft de bouwdatum van een onroerend goed belangrijke juridische gevolgen.
Die datum maakt het immers mogelijk om te bepalen welk recht van toepassing is bij de aanvraag van een regularisatievergunning. Volgens het strafrechtelijk recht dient immers de wet te worden toegepast die het gunstigst is voor de overtreder. Bij stedenbouw is dat vaak de wet die van toepassing was op het moment van de bouw, aangezien men vaststelt dat het stedenbouwkundig recht in de loop der tijd steeds meer beperkingen heeft opgelegd aan het eigendomsrecht.
Het moment waarop een onroerend goed werd gebouwd, geeft tevens aan of het in aanmerking komt voor de amnestieregeling voor overtredingen.
Het moment van de bouw doet bovendien de tienjarige periode ingaan die wordt vereist voor de verjaring van bepaalde stedenbouwkundige overtredingen.
De bouwdatum van een goed is een feitelijke kwestie die aan de hand van elk rechtsmiddel kan worden aangetoond. De overheid beschikt over een discretionaire beoordelingsbevoegdheid bij het onderzoek van de elementen die haar worden voorgelegd.
Toch worden bepaalde bewijselementen systematisch aanvaard door de administratieve overheid:
– de kadastrale informatie: het kadaster is een fiscaal instrument dat geen enkele juridische implicatie heeft op het vlak van stedenbouw. Toch wordt de door de administratie van het kadaster erkende bouwdatum van een onroerend goed systematisch aanvaard door de overheid.
– oude luchtfoto’s: het Nationaal Geografisch Instituut beschikt over luchtfoto’s vanaf de jaren 1950 tot op vandaag. Op de website van het Waals Gewest ‘walonmap’ vindt men tevens luchtfoto’s vanaf 1971 tot op heden.
Andere bewijselementen zijn minder doorslaggevend:
– getuigenissen: getuigenissen van buurtbewoners worden soms aanvaard;
– attesten van experts: indien die een approximatieve bouwdatum vermelden op basis van de gebruikte bouwelementen, kunnen ze ook worden aanvaard.